Kan een opdrachtgever een certificatie-instelling verantwoordelijk stellen voor ondeugdelijk werk van een KOMO-certificaathouder?

De KOMO-certificaathouder als opdrachtnemer van de opdrachtgever is primair verantwoordelijk voor de werkzaamheden die hij verricht of de producten die hij levert. Het is niet zo dat een certificatie-instelling deze verantwoordelijkheid van een certificaathouder overneemt. De certificatie-instelling is ook niet aan te merken als een garantie- of waarborgfonds waar de opdrachtgever van de certificaathouder een beroep op kan doen.

 

Wel hebben private certificatie-instellingen ook een eigen verantwoordelijkheid. Opdrachtgevers van certificaathouders moeten kunnen afgaan op de betrouwbaarheid van de afgegeven KOMO-certificaten. Anders is certificering niet meer dan een ‘wassen neus’. Dit betekent dat een certificatie-instelling onder omstandigheden op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk kan zijn ten opzichte van opdrachtgevers van een certificaathouder, ondanks dat er geen contractuele verhouding is tussen deze opdrachtgevers en de desbetreffende certificatie-instelling. Deze aansprakelijkheid kan voortvloeien uit de schending van de maatschappelijke zorgvuldigheid die de certificatie-instelling in acht moet nemen.

 

Een opdrachtgever van een KOMO-certificaathouder hecht waarde aan het certificaat. Dat betekent dat de certificatie-instelling een zorgvuldigheidsplicht heeft. Als de certificatie-instelling in een concreet geval constateert dat een certificaathouder het niet zo nauw neemt met de voorschriften, kan zij gehouden zijn om de opdrachtgever van de certificaathouder hiervoor te waarschuwen. Laat de certificatie-instelling dit zonder redelijke grond na, dan kan dit onder omstandigheden onrechtmatig naar de opdrachtgever zijn. Daarbij geldt als maatstaf dat beoordeeld moet worden of de certificatie-instelling heeft opgetreden als ‘een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsbeoefenaar’.

Terug naar veelgestelde vragen
Menu sluiten
KOMO