Nieuwe KOMO-BRL 5212-3 voor monumentenmarkt
09-07-2020De nieuwe KOMO-beoordelingsrichtlijn (BRL) 5212-3 ‘Aanbrengen van zinken, koperen en loden dak-, gevel- en gootconstructies op monumenten’ is een feit! Bij de ontwikkeling van deze BRL zijn ook de richtlijnen van Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en van ERM geïncorporeerd en goedgekeurd.
RCE wil de zorg voor beschermde monumenten stimuleren. Dat gebeurt onder andere door eigenaren subsidie te verlenen voor onderhoud en restauratie. De rijksdienst kan daarbij een aanbeveling doen om bij de werkzaamheden gebruik te maken van een bepaalde richtlijn, bijvoorbeeld de BRL 5212-3. De stichting ERM (Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg), de branchevereniging Zinkmeesters, certificatie-instelling SKG-IKOB en KOMO zijn betrokken bij de BRL.
Relatie URL 4011 met BRL 5212-3
Aan het woord is ERM-directeur Walter de Koning. “ERM ontwikkelde de URL (uitvoeringsrichtlijn) 4011 ‘Metalen dakbedekkingen en goten bij monumenten’. De BRL 5212-3 ‘Aanbrengen van zinken, koperen en loden dak-, gevel- en gootconstructies op monumenten’ verwijst naar bepaalde richtlijnen en uitgangspunten van de URL 4011.
‘Best of both worlds’
Walter de Koning ziet voordelen voor de markt: “Opdrachtgevers kunnen zowel via ERM en KOMO bij documenten die betrekking hebben op restauratie van monumenten. En bedrijven kunnen zich eenvoudig en met een beperkte extra inspanning tegelijkertijd certificeren op basis van de URL 4011 én de BRL 5212. Belangrijke certificaten bij het onderhoud en de restauratie van monumenten. Wanneer de audit goed is ingericht heb je dus certificaten voor beide markten.”
Berry Blaak, auditor bij SKG-IKOB
Berry Blaak vertelt: “De BRL 5212-3 is ontwikkeld, zodat ook de monumentenmarkt over een gedegen procescertificaat beschikt voor het aanbrengen van zinken, koperen en loden dak-, gevel- en gootconstructies op monumenten. Het stelt de opdrachtgever in staat om te voldoen aan subsidieverplichtingen van de RCE voor het onderhoud en het beheer van monumenten.”
“De BRL 5212-3 is een uitbreiding op de bestaande BRL’s 5212-0/5212-1/5212-2 met extra voorwaarden voor monumenten en restauratie-ethiek. Met dit procescertificaat is de opdrachtgever ervan verzekerd dat er vier keer per jaar inspecties plaatsvinden. Hierbij monitort SKG-IKOB de kwaliteit van de werkzaamheden volgens de betreffende BRL. Vanaf nu kunnen bedrijven zich certificeren volgens deze nieuwe BRL!”
Zinkmeesters aan de wieg van BRL 5212-3
Scheidend voorzitter van de branchevereniging de Zinkmeesters Hendri Otte vertelt over de aanloop naar de BRL 5212-3: “In 1992 heeft een aantal gespecialiseerde bedrijven in metalen dakbedekking de vereniging de Zinkmeesters opgericht. Veel verwerkers hebben zich daarna bij onze landelijke vereniging aangesloten. Op initiatief van de Zinkmeesters is in 1996 het KOMO procescertificaat BRL5212 opgesteld met de bijbehorende uitvoeringsrichtlijnen voor het ambachtelijk verwerken van zink. Het doel was om kennis en gecontroleerde kwaliteit vast te leggen.”
“Voor de nieuwe BRL5212-3 was het belangrijk dat de waardestelling* werd benoemd. Met specifieke eisen voor de vervolgstappen in het kader van behoud van de historische waarde van een monument. Deze specifieke eisen zijn na overleg met ERM toegevoegd in de BRL5212-3. ERM heeft op haar beurt profijt van de specifieke kennis van de Zinkmeesters als het gaat om het aanbrengen van metalen daken. Al met al is deze BRL5212-3 een belangrijke aanvulling voor verwerkers en opdrachtgevers in dit specifieke vakgebied. Samen met de BRL5212-2 ‘Ontwerp en uitvoering van loden dak-, gevel en gootconstructies’ is onze BRL-serie compleet.”
* De waardestelling is een onderdeel van een bouwhistorisch onderzoek waarin de monumentwaarde inzichtelijk wordt gemaakt en wordt beargumenteerd, red.
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Mark Stafleu, hoofd Strategie RCE over de nieuwe BRL 5212-3: “De RCE is blij dat deze KOMO-richtlijn er ligt en door velen is opgesteld. Zo’n richtlijn bevordert de goede instandhouding en restauratie van monumenten. Positief dat er in de KOMO-richtlijn ook expliciet aandacht is voor behoud van cultuurhistorische waarden, naast de aandacht voor een goede uitvoeringstechniek.”
Ton Jans, directeur KOMO
Ton Jans kijkt uit naar de samenwerking met ERM: “Deze nieuwe BRL is de aanzet tot een duurzame relatie met ERM. Wij gaan deze de komende maanden verder uitwerken.”