VBR: strenge eisen aan betonreparatie

04-01-2024

Leden allen gecertificeerd met KOMO-procescertificaat

Wanneer er gebreken zijn ontstaan aan beton is het mogelijk deze te herstellen. Om de betonconstructie te beschermen en draagkrachtig te houden zijn veel verschillende technieken toepasbaar. De bedrijven die zijn aangesloten bij VBR (de Vereniging voor gecertificeerde BetonReparatiebedrijven) zijn alle KOMO-gecertificeerd o.b.v. de BRL 3201-01 en 02 (Het toepassen van specialistische instandhoudingstechnieken voor betonconstructies). We gingen in gesprek met Chris Uittenbogaard, bestuurslid VBR, lid van het Gemeenschappelijk College van Deskundigen (CvD red.) Betonreparatie en eigenaar van het bedrijf SealteQ West.

Chris Uittenbogaard (VBR)
Chris Uittenbogaard (foto VBR)

Chris Uittenbogaard weet als geen ander wat het specialistische vakgebied betonreparatie inhoudt. “Feitelijk zouden we het moeten hebben over het herstellen, versterken en beschermen van betonconstructies. Hiervoor hebben we veel specialistische technieken tot onze beschikking. Dat varieert van de traditionele betonreparatietechnieken als handmatig repareren, spuitbeton en injecteren tot het constructief versterken en elektrochemisch beschermen van betonconstructies. Daarnaast hebben we de beschikking over een zeer brede range van oppervlaktebeschermingen in de vorm van (kunststof) coatingsystemen en andersoortige beschermlagen. Ook waterdichting en het bestrijden van lekkages behoort tot het vakgebied van de allround ‘betonreparatiespecialist’.”

VBR-bedrijven leggen zich strenge kwaliteitseisen op. Ze onderscheiden zich daarmee in de markt. Een van die voorwaarden is het KOMO-procescertificaat o.b.v. de BRL 3201-01 en 02. We vroegen naar de betekenis daarvan voor de leden. “Het procescertificaat kenmerkt de kwaliteit van het totale proces binnen de gecertificeerde bedrijven. Met dit certificaat kunnen de VBR-leden hun opdrachtgevers het gerechtvaardigde vertrouwen geven dat het proces onder controle is. We beschermen en behouden de draagstructuren van onze woon- en kantoorgebouwen en onze vitale infrastructuur. Dat is een verantwoordelijkheid die je niet licht op je neemt. Alle VBR-leden zijn gecertificeerd voor zowel deel 1 van de BRL dat het esthetische en technische herstel beschrijft, als deel 2 waarin het constructieve herstel beschreven wordt. Dat soort specialistisch, kennisintensief en kritisch werk laat je als verantwoordelijk opdrachtgever toch niet over aan een ondeskundig en niet-gecertificeerd bedrijf?”

Het ontwikkelen van het procescertificaat gebeurt niet van de ene op de andere dag. Hoe verloopt zo’n proces? “De VBR bestaat dit jaar 40 jaar. Destijds is het ook de VBR geweest die het initiatief heeft genomen voor de opzet van de BRL 3201”, aldus Chris Uittenbogaard. “De laatste BRL 3201 is gebaseerd op de in Nederland van toepassing zijnde CUR Aanbevelingen 118 en119 die op hun beurt weer zijn afgestemd op de Europese normenserie NEN-EN 1504. De CUR Aanbevelingen geven de richtlijnen en uitgangspunten voor kwalitatieve betonreparaties. De BRL beschrijft daarnaast het kader en de eisen waaraan het gecertificeerde proces binnen de uitvoerende bedrijven moet voldoen.

De certificerende instellingen (CI’en, red.) Kiwa, SGS Intron en SKG-IKOB auditeren de uitvoerende bedrijven, zowel op kantoor als op de projectlocaties, en rapporten aan het Gemeenschappelijk CvD Betonreparatie. Dit college ziet toe op de juiste handhaving en interpretatie van de BRL, stemt af met de CI’s en initieert, indien nodig, aanpassingen van de BRL. Naast vertegenwoordigers van de uitvoerende bedrijven (VBR), de adviseurs voor betonreparatie, (VABOR), de toeleveranciers (VLB), de OtBS en de Betonvereniging (opleidingen), hebben ook opdrachtgevers zoals RWS zitting in het CvD.”

 Op onze vraag hoe duurzaam het repareren van beton is, reageert Chris Uittenbogaard: “Wat is er nu duurzamer dan het verlengen van de levensduur van onze kostbare infrastructuur en gebouwde omgeving? Want dat is wat we doen als VBR bedrijven. Daarnaast hebben we de technieken en de kennis in huis om de objecten aan te passen aan de huidige (veiligheids-)eisen of het veranderde gebruik. Het past naadloos in de wensen en eisen die de huidige samenleving aan ons stelt.”

Dit artikel stond ook in BouwTotaal van december. 

Menu sluiten
KOMO